Margriet Nienhuis-Folkers
Uitprobeersel
Sommen onder de 10, eigenlijk moet je die eind groep 3 wel uit je hoofd kennen. Maar dat lukt bij veel kinderen niet. Het is wel heel handig als je over deze sommen niet meer na hoeft te denken, want dat maakt het rekenen veel makkelijker!
Daarom weer een uitprobeersel, zodat je met je ogen én met je handen én met je twee hersenhelften met deze sommen bezig bent. Dan kan je ze veel makkelijker onthouden.
Neem een mooi gekleurd papier. Zoek een voorwerp waar een getal onder de 10 op staat. Ik heb de blokken van de duplotrein gebruikt, maar je kan ook iets anders verzinnen. Als je niets kan vinden, schrijf het getal dan met een mooie, dikke, gekleurde stift op het blad.
Dan zoek je net zoveel voorwerpen als het getal: ik heb 3 blokjes erbij gelegd (en bij de 7 zeven blokjes), maar het mogen ook potloden, kraaltjes, knopen o.i.d. zijn. Wees maar creatief!
Daarna pak je het dominospel uit de spelletjeskast en zoekt alle combinaties die bij dat getal horen. Die leg je eronder. Als je geen dominospel hebt, kan je ook lego gebruiken, daarmee kan je ook veel combinaties maken.
Maak van dit creatieve werkstuk een foto en hang hem ergens op waar je hem vaak ziet. Lees elke keer als je de foto bekijkt de combinaties hardop voor; 1+6=7, 2+5=7, 3+4=7. Als je dat een paar keer hebt gedaan, plak je een blad over de dominostenen, zodat je ze niet meer kan zien. Probeer het dan uit je hoofd. Je zal zien; met een paar keer oefenen ken je alle sommen t/m 10 uit je hoofd!
Misschien een leuk extraatje: als je bv met de 7 bezig bent, zoek dan in huis en op straat ook naar combinaties die samen 7 zijn; bv een kast met vier laden en drie deurtjes, twee ouders en vijf kinderen…. Je kan het vast zelf wel bedenken!
Veel plezier!
Recente reacties